Korenbloem aardappelen

Bij het kiezen van aardappelen om te planten, wordt aanbevolen om aandacht te besteden aan rassen die winterhard, smakelijk en resistent zijn tegen ziekten. Dit zijn de kenmerken van het middenvroege aardappelras met de mooie naam Vasilek, een Russische selectie.

De aardappelen zijn verkregen op basis van het All-Russian Research Institute of Potato Farming genoemd naar V.I. AG Lorkha in 2007. Het auteurschap behoort tot een groep binnenlandse wetenschappers, waaronder E.A. Simakov, S.V. Ovechkin en S.S. Salyukov. Bij het fokken werden de volgende oudervormen gebruikt: Chugunka en hybride D-31-88. In het staatsregister van veredelingsprestaties van de Russische Federatie verschenen aardappelen na vele jaren van rassenproeven in 2014. De groente is gezoneerd in de centrale regio van het land.

Aardappelkorenbloem is een middelhoge struik van een tussentype. De struik kenmerkt zich door halfopgaande stengels, middelgroot donkergroen blad en een krachtig wortelstelsel. Tijdens de bloei verschijnen middelgrote roodpaarse bloemen aan de struiken.

Gemiddeld worden tot 12-15 wortelgewassen gevormd op 1 struik. De groente heeft een regelmatige, langwerpige ovale vorm, een perfect glad oppervlak met kleine oogjes op de schil. Er groeien aardappelen met een gewicht van 77-112 gram. De schil van de groente is dun. Een kenmerkend kenmerk van de variëteit is de ongewone kleur van de huid - blauw of blauwviolet.

Opgemerkt moet worden dat het ras een hoge houdbaarheid heeft (meer dan 96%) - tot 3-4 maanden. In omstandigheden met een hoge luchtvochtigheid hebben aardappelen de neiging om snel te ontkiemen. De optimale temperatuur voor het bewaren van aardappelen wordt beschouwd als maximaal +3 graden, niet hoger. Groenten verdragen uitstekend transport, zonder verlies van verhandelbare eigenschappen van aardappelen.

Aardappelen staan ​​bekend om hun hoge smaak. Het licht romige vruchtvlees van de groente heeft een dichte, melige, olieachtige en zetmeelachtige structuur, waar absoluut geen waterigheid is. Soms zijn er gelige strepen in het romige vruchtvlees. Tijdens het schillen en de warmtebehandeling worden de aardappelen niet donker. Aardappelpulp wordt meestal matig gekookt, wat zorgt voor een wijdverbreid gebruik bij het koken.

Het vruchtvlees van deze aardappelsoort bevat tot 16% zetmeel, evenals een hoog gehalte aan vitamines van de groepen C en E. Het voordeel van de soort is een hoog gehalte aan antioxidanten, carotenoïden, wat belangrijk is voor de voeding.

Het doel van de tafelvariëteit is dat aardappelen ideaal zijn om te koken, frituren en ook toegevoegd aan soepen, borsjt, salades. Bovendien is de variëteit geschikt voor bakken, vullen, koken in een schil.

Aardappelkorenbloem behoort tot de groep van de middenvroege soorten.Van volledige ontkieming tot de oogstperiode gaan slechts 80-100 dagen voorbij. Massale ontkieming vindt plaats 2 weken na het planten. In augustus kun je oogsten.

De opbrengstindicatoren voor het aardappelras zijn uitstekend. Van 1 hectare plantages kun je gemiddeld 93 tot 256 centen aardappelen halen. Met de juiste en consequente zorg kan 70 kg worden uitgegraven uit 1 weefsel van de tuin. De maximale opbrengst wordt waargenomen op het niveau van bijna 500 centners per hectare.

Het planten van aardappelen wordt uitgevoerd na volledige stabilisatie van de weersomstandigheden. Want bij de minste terugkerende vorst kunnen aardappelen doodgaan. De beste tijd om te planten is eind maart - begin april. Het plantmateriaal moet gezond, dicht en zonder sporen van infectie zijn. Een maand voor het planten worden de knollen voorbereid op ontkieming, periodiek besprenkeld met water. De optimale indeling voor beplanting is 70x20 cm of 60x30. De beste voorgangers zijn courgette, komkommer, kool en bieten.

Tijdens de groei hebben aardappelen standaard landbouwtechnieken nodig: aanharken en losmaken van de grond, voorkomen van ziekten, regelmatig water geven en voeren. Het is ook belangrijk om de tijdige vervanging van zaad niet te vergeten. Bij het voeren mag u geen stikstofbevattende complexen misbruiken, omdat overmaat kan leiden tot een verhoogde groei van toppen en niet tot fruit.

Aardappelen groeien comfortabel op voedzame, niet erg zware gronden die ademend, vochtig en ook een lage zuurgraad hebben. Te zware grond wordt aanbevolen om voor het planten goed te worden bemest met organische complexen.

Het wordt aanbevolen om aardappelen te telen in gebieden die goed verlicht zijn door de zon, die worden beschermd tegen koude wind en tocht.

Deze variëteit wordt zeer gewaardeerd door tuinders en boeren vanwege zijn hoge immuniteit. Aardappelen zijn resistent tegen Phytophthora van knollen en toppen, kanker, kreukelrot en gestreept mozaïek. Het ras is kwetsbaar voor goudaaltjes, schurft en ringrot. Om insectenaanvallen te voorkomen, is tijdig preventief sproeien en weken in insecticiden nodig.